WEIDEVOGEL BEHEER
HOE PAKKEN WE HET AAN?
Weidevogels horen bij Nederland net zoals tulpen, molens en koeien. Willen we weide. vogels behouden, dan moeten er zoveel kuikens groot worden dat die de natuurlijke sterfte onder volwassen vogels compenseren. Daarvoor is nestland nodig waar vogels hun nest kunnen maken. Vervolgens is het belangrijk deze nesten te behoeden voor ver-lies door landbouwkundige activiteiten (door een rustperiode of door nestbescherming). Als de nesten zijn uitgebroed is het noodzakelijk dat er voldoende kuikenland is, waar kuikens veilig naar voedsel kunnen zoeken. Weidevogelbeheer streeft ernaar om per gebied (bijvoorbeeld een polder) voldoende oppervlakte van beide typen land te realise-ren om zodoende de lokale weidevogelpopulatie op peil te houden.
Meer informatie? Zie www.weidevogels.nu
Weidevogels maken hun nest liefst in open weidegebieden en op percelen met voldoende voedsel in de bodem, vooral regenwormen. Dat is afhankelijk van bemesting maar ook van grondwaterstand. Niet te droog dus want dan zitten de wormen te ver weg. Dat noemen we nestland. Kieviten (A) maken hun nest graag in kort gras, maar grutto's (8) liever in wat langer gras. Ze nestelen graag bij elkaar in de buurt om een betere verdediging te hebben tegen vliegende eierrovers zoals zwarte kraai en zilvermeeuw.
Zoeken van nesten is vooral nodig op percelen zonder contract voor aangepast beheer en vindt plaats vanaf half maart tot half juni. Vrijwilligers (c) zoeken nesten, markeren ze en geven de ligging van die nesten aan in de landelijke Boerenlandvogelmonitor. Ook boeren en loonwerkers kunnen nesten vinden door tijdens werkzaamheden zoals bemesten (D) goed op te letten. Tegenwoordig markeren vrijwilligers steeds meer nesten met behulp van GPS waardoor een nauwkeuriger plaatsbepaling mogelijk is. Nesten worden niet vaker gecontroleerd dan echt nodig.
Beschermen van nesten gebeurt door een zogenaamde nestbeschermer (E) boven het nest te zetten in geval van beweiding en door eromheen te werken bij werkzaamheden zoals rollen van grasland, bemesten, ploegen, eggen, inzaaien (F) en maaien. In 2009 is van bijna 13.000 nesten bekend dat ze daadwerkelijk zijn beschermd tegen een van die landbouwactiviteiten. Daarvan zijn er bijna 10.000 met succes uitgekomen. Dat is 78%. Zonder bescherming zou het uitkomstpercentage waarschijnlijk veel lager zijn hebben gelegen. Op een goede manier nesten beschermen levert dus een substantiële positieve bijdrage aan het groot worden van kuikens.
Zorgen voor kuikenland
Zijn de eieren eenmaal uit, dan moeten de kuikens ook de kans krijgen om groot te worden. Kievit-jongen hebben kort gras nodig, gruttojongen kunnen goed uit de voeten in wat langer gras (c) en tureluurjongen lopen vaak in de randjes van percelen (H). Alle soorten zijn gebaat bij percelen met niet alleen een kruidenrijke vegetatie, maar ook een in graslengte wisselende vegetatie. Dat noemen we kuikenland. Kuikenland kan gecreëerd worden door meerjarig op dezelfde percelen een relatief hoge grondwaterstand aan te houden, een geringe bemesting te geven en het maaien uit te stellen. Dit kan heel goed in reservaat, maar ook op gewoon boerenland.